Vroeger was Irina een verpleegkundige in een van de grootste, meest gerespecteerde ziekenhuizen van Sofia. Op een dag werd ze door haar man op straat gezet – en daar is ze nooit meer vanaf gekomen. Nu probeert ze voor zichzelf te zorgen door blikjes, plastic flesjes en papier in vuilnis te zoeken. Haar leven lang werkte ze hard, maar nu heeft zij geen veilige plek om naar terug te keren na een lange, zware dag. Maar het moeilijkste aan het daklozenbestaan, is de eenzaamheid.
Er zijn dagen dat Irina niets te eten heeft en op die dagen is er het Straathulpproject van Zending over Grenzen. Daar krijgt ze niet alleen een warme, voedzame maaltijd, maar daar heeft ze ook vrienden die haar steunen. Ook kreeg ze via deze weg kleding, dekens en medicijnen. Irina is een christen en de Bijbelse boodschappen die ze via het Straathulpproject hoort verdiepen het geloof in God dat zij zo hard nodig heeft.
De Bulgaarse beschrijft zichzelf als een sterke vrouw, maar dat betekent niet dat ze niet vaak huilt. Ze voelt zich zwak en machteloos in haar strijd om te overleven. Er zijn dagen dat ze met honger naar bed gaat en niet kan wachten tot de volgende dag en de volgende maaltijd via het Straathulpproject. “Dit project is van groot belang voor mij. Ik kan zeggen dat ik nog leef dankzij jullie hulp.”