Doris ontvangt hulp via Zending over Grenzen. Ze is geliefd bij de lokale medewerkers en vrijwilligers, die weten hoe moeilijk het voor haar is om van haar ouders gescheiden te zijn. Als Doris klaar is met al haar klusjes, gaat ze naar de plaatselijke gaarkeuken van Zending over Grenzen, waar ze graag helpt. “Ik hou van koken”, zegt ze. “Ik wil graag kok worden!” Als ze niet in de gaarkeuken is, is Doris thuis bij Maria, één van de lokale vrijwilligers van Zending over Grenzen. Maria zegt: “Ongevraagd helpt ze met schoonmaken en met de zorg voor onze kleine kleinzoon.” “Ik verveel me nooit, want er is altijd wel iets dat gedaan moet worden”, zegt Doris glimlachend. Hoewel ze graag andere mensen helpt, voelt ze zich niet op haar gemak als ze zelf geholpen wordt. Het meisje is erg kieskeurig over hoe dingen gedaan moeten worden en wil de last met niemand delen.
Als een moeder
Paula, coördinator van Zending over Grenzen, vertelt: “Toen Doris vier jaar oud was, stierf haar kleine zusje door een aangeboren ziekte. Ze was pas zes maanden oud. Op dat moment veranderde het leven van de familie. Ze werken allemaal hard om de eindjes aan elkaar te knopen, zonder een moment stil te staan en proberen zo de traumatische gebeurtenis te vergeten.” Doris brengt veel tijd door met Paula, die als een moeder is voor haar. Die aandacht is erg belangrijk, want hoewel ze het moeilijk vindt om haar gevoelens te uiten en probeert stoer over te komen, verlangt ze diep van binnen naar het gezelschap, de zorg, leiding en liefde van haar ouders.
Doris vindt het erg bijzonder dat er mensen zijn in een ver land die aan haar denken. Ze weet dat ze door hun vrijgevigheid naar de zomerkampen kan gaan, eten krijgt bij de gaarkeuken in het dorp en het hele jaar door voedsel- en hygiënepakketten krijgt. Daar is ze erg dankbaar voor. Dankzij de steun van sponsors en donateurs weet Doris dat ze niet alleen op de wereld is!