De afgelopen maanden hebben Russische luchtaanvallen op het elektriciteits,- gas,- en waternetwerk in heel Oekraïne ertoe geleid dat 40 procent van de energie-infrastructuur van Oekraïne ernstig beschadigd is. Hierdoor hebben veel regio’s met stroomuitval te kampen gehad en konden mensen slechts een paar uur stroom per dag gebruiken, omdat er een stroomnoodplan gemaakt was. Deze aanvallen die gericht zijn op burgers leiden tot meer ongemak en leed voor zowel volwassenen als kinderen. Met name mensen die in koude kelders verblijven waar geen licht of verwarming is midden in de winter, wachten wanhopig op de verlossing van deze hopeloze situatie.
Vanwege oorlog al maanden geen onderwijs
Het gezin van Nadiya en Ivan woont in armoede in West-Oekraïne in een oud huis bestaande uit één kamer, zonder badkamer. Ze maken gebruik van een toilet buiten. Van alle problemen en uitdagingen die de elektriciteitsstoringen en stroomuitval veroorzaken, is Nadiya het meest bezorgd om het onderwijs van hun kinderen. Hun onderwijs is al gedurende lange tijd stopgezet en het wordt steeds lastiger om nog onderwijs (online) te volgen. De vader van het gezin, Ivan (38), neemt seizoenswerk aan waar hij kan en het gezin teelt groenten en houdt wat vee. Hun normaal altijd zo vriendelijke en vrolijke kinderen raken steeds meer in zichzelf gekeerd en angstiger naarmate de oorlog langer duurt.
Vanwege de veelvoorkomende plotselinge stroomuitval werken sommige van hun huishoudelijke apparaten helaas niet meer. Nadiya zegt: “We klagen niet, want het is niet het ergste dat kan gebeuren.” Hun buren hadden dringend een behandeling nodig in het ziekenhuis. Toen ze in het ziekenhuis aankwamen, viel de stroom echter uit. Gelukkig liep het uiteindelijk goed af. Het gebrek aan stroom veroorzaakt heel veel ongemak en er zijn niet genoeg noodgeneratoren. Nadiya zegt dat ze op dit soort momenten ook denkt aan de mensen in Oekraïne die al heel lang te lijden hebben onder constante gevechten en bombardementen. Het gezin van Nadiya is dankbaar voor alles wat ze nog wel hebben en ze bidden voor diegenen die er veel erger aan toe zijn dan zij.